Opbouw van de OMFT behandeling  

Bij OMFT therapie leren we eerst afwijkende mondgewoonten af, zoals duimen, nagelbijten, liplikken of vingerzuigen. Daarna gaan we aan de slag met het herstellen van het evenwicht van de spieren in het mondgebied. Middels een werkschema worden lip- en tongspieren getraind. Daarnaast wordt de correcte manier van slikken aangeleerd met eten en drinken in verschillende consistenties.

Wanneer je (kind) duimt of vingerzuigt wordt een open beet ter hoogte van de voortanden gecreëerd of in standgehouden. Tijdens het duimen ligt de tong laag in de mond. De tongspieren worden hierdoor zwak en zijn later niet meer instaat om zich aan te zuigen aan het verhemelte, wat nodig is bij een goed slikpatroon.

Afwijkende mondgewoonten geven bijna altijd een afwijking in de tandstand. Deze tandstand kan rechtgezet worden met een beugel. Echter wordt met een beugel niet de oorzaak van het probleem aangepakt. Als er sprake is van afwijkende mondgewoonten, dan moeten deze voor, tijdens of na de beugelbehandeling, behandeld worden door een logopedist. Een combinatie van deze behandelingen zorgt voor een stabiel resultaat.

Merel en Ilse hebben allebei de basis- en verdiepingscursus OMFT therapie gevolgd, hierdoor staan ze in het OMFT register voor specialisten. Ze bieden ze vol enthousiasme kwalitatieve behandelingen op maat aan. 

De Myosa trainer en OMFT therapie

Binnen OMFT is een Myosa trainer een belangrijke aanvulling op de therapie. Het doel van de Myosa trainer is het afwijkende mondgedrag ook       s’ nacht te elimineren. De Myosa wordt 1 uur op de dag en de hele nacht gedragen.

Logopedisten van Spreekgeluk logopedie houden tijdens het traject contact met de tandarts of orthodontist over de voortgang van de therapie. Tijdens of na de logopedische behandeling kan in overleg met de tandarts of orthodontist een vervolgtraject bepaald worden.

Voor meer informatie, neem ook eens een kijkje op onze blog: ontdek de kracht van oromyofunctionele therapie