Heb je het gevoel dat je kind soms vastloopt in gesprekken, omdat het niet op het juiste woord kan komen? Dit soort problemen komen regelmatig voor bij kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Bij kinderen met TOS verloopt de taalontwikkeling anders dan bij hun leeftijdsgenoten. Ze hebben moeite met het uitbreiden van hun woordenschat, het vinden van woorden en het maken van goede zinnen. Soms begrijpen ze taal ook minder goed. Dit kan frustrerend zijn, zowel voor het kind zelf als voor jou als ouder of verzorger.
Maar hoe herken je nu precies woordvindingsproblemen bij je kind? En nog belangrijker: wat kun je doen om te helpen? In deze blog leggen we het uit en geven we praktische tips voor thuis.
Wat zijn woordvindingsproblemen?
Woordvindingsproblemen ontstaan wanneer een kind moeite heeft met het oproepen van woorden uit zijn of haar geheugen. Dit kan te maken hebben met een gebrek aan associaties in de hersenen. Woorden worden niet snel genoeg gekoppeld aan de juiste betekenis of klank, waardoor het kind langer moet nadenken voordat het spreekt. Voor kinderen met TOS is dit een terugkerend probleem, dat kan leiden tot communicatieproblemen.
Dit kan zich uiten in:
- Langere pauzes tijdens het spreken.
- Het omschrijven van een woord omdat het juiste woord niet te binnen schiet (“dat ding waarmee je drinkt” in plaats van “beker”).
- Het gebruik van lege taal (“uhm”, “ding”, “dat daar”).
- Zinnen die niet worden afgemaakt of verhalen die abrupt stoppen.
- Het vermijden van spreken door bijvoorbeeld te zeggen: “Ik weet het niet”.
Naast deze directe taalproblemen zie je vaak dat kinderen met woordvindingsproblemen ook gedragsveranderingen laten zien. Ze kunnen zich terugtrekken uit gesprekken, gefrustreerd raken, of clownesk gedrag vertonen om de aandacht van hun moeite met taal af te leiden. Dit kan hun zelfvertrouwen en sociale interacties negatief beïnvloeden.
Wat zijn de oorzaken van woordvindingsproblemen?
Er zijn verschillende redenen waarom kinderen moeite kunnen hebben met het vinden van de juiste woorden. Bij kinderen met TOS is er sprake van een afwijkende ontwikkeling van het taalgebied in de hersenen, wat het leren van nieuwe woorden en het gebruik van taal vertraagt. Naast TOS kunnen ook andere factoren bijdragen aan woordvindingsproblemen, zoals:
- Verwerking van taal: De snelheid waarmee de hersenen taal verwerken kan vertraagd zijn. Dit kan zorgen voor moeilijkheden met het vinden van het juiste woord op het juiste moment.
- Geheugenproblemen: Sommige kinderen hebben moeite met het onthouden van woorden, waardoor ze deze niet snel kunnen oproepen.
- Spanning en vermoeidheid: Woordvindingsproblemen worden vaak erger wanneer een kind moe is of onder druk staat. Situaties zoals een mondelinge overhoring of het moeten spreken in een groep kunnen extra stress veroorzaken, wat de taalproblemen verergert.
Kinderen met woordvindingsproblemen hebben ook vaak moeite met het leren van rijtjes of feiten zonder context, zoals tafels, topografische namen of jaartallen. Het leren van vreemde talen kan voor deze kinderen ook uitdagender zijn, omdat er extra geheugen nodig is om woorden te onthouden.
Hoe herken je woordvindingsproblemen bij je kind?
Woordvindingsproblemen zijn soms lastig te herkennen, vooral als ze zich subtiel voordoen. Hier zijn enkele veelvoorkomende signalen waar je op kunt letten:
- Lang nadenken of pauzeren: Je kind heeft meer tijd nodig om op woorden te komen, vooral inhoudswoorden zoals zelfstandige naamwoorden of werkwoorden.
- Vermijden van moeilijke woorden: In plaats van het juiste woord te gebruiken, kiest je kind voor eenvoudigere woorden of gebruikt het omschrijvingen.
- Problemen met vragen beantwoorden: Het kan langer duren voordat je kind antwoord geeft op een vraag, of het antwoord is kort en vaag.
- Verkeerde woorden gebruiken: Soms gebruikt je kind een ander woord dan het bedoelde woord, wat kan leiden tot verwarring.
Als je een van deze signalen opmerkt, kan dit wijzen op woordvindingsproblemen. Het is belangrijk om niet alleen naar de taal van je kind te kijken, maar ook naar hun gedrag. Frustratie, boosheid of teruggetrokken gedrag tijdens communicatie zijn vaak tekenen dat je kind worstelt met taal.
Hoe kunnen woordvindingsproblemen de schoolprestaties beïnvloeden?
Woordvindingsproblemen hebben niet alleen invloed op het dagelijkse praten, maar kunnen ook het leren beïnvloeden. Kinderen met woordvindingsproblemen hebben vaak moeite met het onthouden van informatie die in rijtjes wordt aangeboden. Denk aan het leren van tafels, spellingsregels, rijtjes in de topografie of jaartallen in de geschiedenis. Ook kunnen deze kinderen moeite hebben met het leren van vreemde talen, waar een extra geheugenbelasting komt kijken bij het onthouden van nieuwe woorden.
Daarnaast kunnen woordvindingsproblemen het maken van presentaties of het beantwoorden van vragen tijdens de les bemoeilijken. Vooral bij tijdsdruk, zoals bij een toets, kan de spanning het vinden van de juiste woorden nog lastiger maken.
Wat kan een logopedist doen?
Gelukkig kan logopedie veel betekenen voor kinderen met woordvindingsproblemen. Hoewel we het probleem niet altijd volledig kunnen oplossen, kunnen we je kind wel leren om met deze moeilijkheden om te gaan. We gebruiken daarbij wetenschappelijk onderbouwde technieken om de woordvinding te verbeteren en de communicatie te vergemakkelijken.
Enkele van de meest gebruikte strategieën zijn:
- Woord omschrijven: Als een kind het woord niet direct kan vinden, kan het leren om het woord te omschrijven of kenmerken te benoemen.
- Gebaren of visuele ondersteuning: We moedigen kinderen aan om gebaren te gebruiken of om te tekenen wat ze bedoelen.
- Zinsopbouw oefenen: Kinderen leren om een zin te maken waarin het ontbrekende woord logisch past, waardoor ze een kader hebben om het woord alsnog te vinden.
- Synoniemen bedenken: Dit helpt kinderen om alternatieve woorden te vinden wanneer het doelwoord even niet beschikbaar is.
Wat kun jij als ouder doen?
Je speelt als ouder een belangrijke rol in het ondersteunen van de taalontwikkeling van je kind. Hier zijn enkele tips die je kunt toepassen om je kind te helpen bij woordvindingsproblemen:
- Geef je kind de tijd: Wanneer je kind moeite heeft om een woord te vinden, wacht rustig af. Tel tot tien in je hoofd voordat je ingrijpt. Dit geeft je kind de kans om zelf na te denken en te oefenen.
- Gebruik de 5 W’s: Door vragen te stellen zoals “Wie, Wat, Waar, Wanneer en Waarom/hoe?”, help je je kind om beter na te denken over de situatie en het woord dat het zoekt.
- Vermijd tijdsdruk: Situaties waarin je kind snel moet antwoorden kunnen woordvindingsproblemen verergeren. Probeer de druk weg te nemen door rustig de tijd te nemen voor een gesprek.
- Bevestig succesmomenten: Als je kind succesvol een moeilijk woord vindt of een strategie toepast, geef dan positieve feedback. Dit versterkt hun zelfvertrouwen en moedigt hen aan om door te gaan.
Met deze tips en de begeleiding van een logopedist kan je kind beter leren omgaan met woordvindingsproblemen. Dit zorgt niet alleen voor verbetering in de communicatie, maar ook voor meer zelfvertrouwen in sociale situaties en op school.
Conclusie
Woordvindingsproblemen kunnen een grote impact hebben op de communicatie en het dagelijks leven van een kind. Door de juiste ondersteuning te bieden, zowel thuis als door een logopedist, kunnen kinderen strategieën leren om hun taalvaardigheid te verbeteren en met meer zelfvertrouwen te communiceren. Zo helpen we hen niet alleen woorden te vinden, maar ook hun stem te laten horen.
Voor meer informatie: Wat houdt een taalontwikkelingsstoornis in?